5 tips om je eigen teksten te checken

Hoei, best wel een businessbeslissing: ik stop met redactiewerk. Na elf jaar boeken maken richt ik me vanaf nu compleet op schrijven, vertalen en een project waar ik al maanden over mijmer. (Daarover in een volgende brief meer.)

Mijn boekenhart is nog steeds een beetje aan het mokken, want: veel minder vaak de verrassing van een presentexemplaar in de brievenbus. En vooral: veel minder vaak samenwerken met al die leuke boekenmensen.*

Maar mijn agenda is in haar nopjes, want ineens is er weer tijd. Om te schrijven dus, maar ook om te keramieken, om te lummelen en om op zonnige dagen een softijsje met discodip te halen bij de snackbar om de hoek.

Als je me net wilde bellen voor een redactieklus, dan zal die discodip je waarschijnlijk worst wezen. Snap ik. Maar ook dan heb ik wel wat goed nieuws, want met de tips hieronder kun je zelf een beginnetje maken. En is je tekst daarna nog steeds een puinhoop? Dan raad ik je met liefde een collega aan.

Klaar? Daar gaan we.

1) Schrap dubbele spaties.
Word is een geweldige uitvinding, dus doe er je voordeel mee. Door in het invulvakje van ctrl+f (zoek en vervang) twee keer op je spatiebalk te rammen, spoor je alle dubbele spaties op. Dit doe ik altijd als allereerst als ik een tekst redigeer.

2) Vergroot de letters en regelafstand.
Als je al een tijdje met je tekst zit te stoeien, zie je je eigen fouten niet meer. Een make-over doet dan wonderen. Ik zet de boel altijd in Courier New op 12 punten, met een regelafstand van minstens 1,5 punt. Je zult zien: ‘ik wordt’ doet gelijk weer pijn aan je ogen.

3) Lees je tekst aan jezelf voor.
Met een roman van 93.000 woorden ben je met deze stap wel even zoet, maar zelfs dan is het de tijdsinvestering waard. Als je je tekst aan jezelf voorleest, struikel je namelijk direct over stukken die nog niet lekker lopen.

4) Dek de tekst af.
Voor schrijvers met een printer die niet miept over te weinig inkt: druk je tekst af, pak er een tweede vel papier bij om alles onder de eerste regel af te dekken en schuif het vel al lezend steeds een regel omlaag. Zo kunnen je ogen niet afdwalen en zie je minder fouten over het hoofd.

5) De spellingcontrole is er niet voor niets.
Gebruik ’m.


 

Deze schrijftip verscheen eerder in mijn nieuwsbrief, waarin ik je handvatten geef om beter te leren schrijven en ook nog een hoop glimlachdingen deel.

Klinkt goed? You know what to do.
(klik )


* Voor wie nu een wenkbrauw optrekt: boekenmensen zijn écht heel leuk. Ik bedoel: als je bijvoorbeeld verzint dat alleen het neusje van de hond van Arthur Japin in zijn auteursportret een ministukje glansfolie moet krijgen, dan ben je toch per definitie geslaagd in het leven? (Heel mooi en lief boek, trouwens. Bonustip.)

Vorige
Vorige

Waarom ‘Mand!’ niet altijd opgaat

Volgende
Volgende

Van kopiëren kun je leren (+ tips om meer te lezen)