Geef me een som en ik sla op tilt, maar over getallen in teksten heb ik wel wat zinnigs te zeggen.

Er zijn geen officiële regels over hoe je omgaat met getallen in teksten, maar wel vuistregels. Namelijk dat je de volgende getallen vrijwel altijd uitschrijft, in letters:

• alles onder de twintig en alle tientallen: vijf taarten, dertien elanden, de jaren negentig;

• honderd- en duizendtallen: vierhonderd toeschouwers, twintigduizend jaar geleden;

• miljoenen, miljarden, biljoenen en alles waarbij je de nullen moet tellen: vier miljoen stemmen, zestien miljard bacteriën.

Maar hé, natuurlijk zijn er ook nog een handvol uitzonderingen die je in cijfers schrijft. Komen ze:

• exacte waarden, zoals maten, snelheden, gewichten, procenten en temperaturen: schoenmaat 40, 60 kilometer per uur, 5 gram, 20 procent, 7 graden Celsius;

• geldbedragen: 200 euro, 10.000 kronen;

• data en jaartallen: 5 december 2024;

• soms ook leeftijden: 13 jaar, 90 jaar;

• en bij een heleboel nullen mag je er ook een mix van maken: 4 miljoen stemmen, 16 miljard bacteriën.

Tegelijkertijd zijn dit dus allemaal vuistregels en kun je het eigenlijk niet fout doen. Ideaal. Het enige wat belangrijk is, is dat je je keuze consequent toepast, en dat iemand van 17 jaar verderop in de tekst dus niet ineens zeventien jaar is.

Staan er door de vuistregels zowel uitgeschreven getallen als cijfers in dezelfde zin of alinea? Dan hou je één vorm aan. (Zie ook mijn schrijftip over regels aan je laars lappen.)

En dit is wel echt een officiële regel: staat er een cijfer aan het begin van een zin? Dan krijgt het woord daarna, anders dan veel mensen denken, geen hoofdletter: 23 jaar geleden was ze voor het eerst in Italië. In zo’n zin functioneert een cijfergetal dus precies hetzelfde als een uitgeschreven getal. 

Deze schrijftip verscheen eerder in mijn nieuwsbrief, waarin ik je handvatten geef om beter te leren schrijven en ook nog een hoop glimlachdingen deel.